Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/72855015.webp
ontvang
Sy het ’n baie mooi geskenk ontvang.
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
cms/verbs-webp/99725221.webp
lieg
Soms moet mens in ’n noodgeval lieg.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorsaak
Te veel mense veroorsaak vinnig chaos.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/91906251.webp
roep
Die seun roep so hard soos hy kan.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/70864457.webp
bring
Die afleweringspersoon bring die kos.
brengen
De bezorger brengt het eten.
cms/verbs-webp/110347738.webp
verbly
Die doel verbly die Duitse sokkerondersteuners.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
cms/verbs-webp/117658590.webp
uitsterf
Baie diere het vandag uitgesteek.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/104476632.webp
was
Ek hou nie daarvan om die skottelgoed te was nie.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/120762638.webp
vertel
Ek het iets belangriks om vir jou te vertel.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/123786066.webp
drink
Sy drink tee.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/63457415.webp
vereenvoudig
Jy moet ingewikkelde dinge vir kinders vereenvoudig.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
cms/verbs-webp/103232609.webp
uitstal
Moderne kuns word hier uitgestal.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.