Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/17624512.webp
naviknuti se
Djeca se moraju naviknuti na pranje zuba.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/113415844.webp
napustiti
Mnogi Englezi su željeli napustiti EU.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
cms/verbs-webp/75001292.webp
krenuti
Kada se svjetlo promijenilo, automobili su krenuli.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
cms/verbs-webp/55119061.webp
početi trčati
Sportista je spreman da počne trčati.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
cms/verbs-webp/109099922.webp
podsjetiti
Računar me podsjeća na moje sastanke.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/120193381.webp
oženiti se
Par se upravo oženio.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/35137215.webp
udariti
Roditelji ne bi trebali udarati svoju djecu.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/66787660.webp
bojiti
Želim bojiti svoj stan.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/118232218.webp
zaštititi
Djecu treba zaštititi.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/3270640.webp
slijediti
Kauboj slijedi konje.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
cms/verbs-webp/120220195.webp
prodavati
Trgovci prodaju mnoge proizvode.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/127554899.webp
preferirati
Naša kćerka ne čita knjige; preferira svoj telefon.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.