Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/90032573.webp
znati
Djeca su vrlo znatiželjna i već puno znaju.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
cms/verbs-webp/1422019.webp
ponoviti
Moj papagaj može ponoviti moje ime.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sortirati
Još uvijek imam mnogo papira za sortiranje.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/17624512.webp
naviknuti se
Djeca se moraju naviknuti na pranje zuba.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/120978676.webp
izgorjeti
Požar će izgorjeti puno šume.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/118588204.webp
čekati
Ona čeka autobus.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/90292577.webp
proći
Voda je bila previsoka; kamion nije mogao proći.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/116067426.webp
pobjeći
Svi su pobjegli od požara.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
cms/verbs-webp/128644230.webp
obnoviti
Slikar želi obnoviti boju zida.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
cms/verbs-webp/59121211.webp
pozvoniti
Ko je pozvonio na vrata?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/38296612.webp
postojati
Dinosaurusi danas više ne postoje.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
cms/verbs-webp/94482705.webp
prevesti
On može prevesti između šest jezika.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.