Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

povídat si
Studenti by si během hodiny neměli povídat.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

přejet
Cyklista byl přejet autem.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.

studovat
Na mé univerzitě studuje mnoho žen.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

zatěžovat
Kancelářská práce ji hodně zatěžuje.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.

probudit se
Právě se probudil.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.

projít
Může tudy projít kočka?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?

mluvit
V kině by se nemělo mluvit nahlas.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.

slyšet
Neslyším tě!
horen
Ik kan je niet horen!

oženit se
Nezletilí se nesmějí oženit.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.

nechat bez slov
Překvapení ji nechalo bez slov.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

znít
Její hlas zní fantasticky.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
