Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

roztažený
Ráno roztáhl své ruce.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.

zrušit
Let je zrušen.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.

zvyknout si
Děti si musí zvyknout čistit si zuby.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.

měnit
Automechanik mění pneumatiky.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.

probudit
Budík ji probudí v 10 hodin.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.

předčit
Velryby předčí všechna zvířata svou hmotností.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.

studovat
Dívky rády studují spolu.
studeren
De meisjes studeren graag samen.

objevit
Vodě se náhle objevila obrovská ryba.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.

nenávidět
Ti dva kluci se vzájemně nenávidí.
haten
De twee jongens haten elkaar.

pokazit se
Dnes se všechno pokazilo!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!

vrátit se
Otec se vrátil z války.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
