Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/108991637.webp
undgå
Hun undgår sin kollega.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/114993311.webp
se
Du kan se bedre med briller.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/89516822.webp
straffe
Hun straffede sin datter.
straffen
Ze strafte haar dochter.
cms/verbs-webp/116932657.webp
modtage
Han modtager en god pension i alderdommen.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/95056918.webp
føre
Han fører pigen ved hånden.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.
cms/verbs-webp/123953850.webp
redde
Lægerne kunne redde hans liv.
redden
De dokters konden zijn leven redden.
cms/verbs-webp/90554206.webp
rapportere
Hun rapporterer skandalen til sin veninde.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/108286904.webp
drikke
Køerne drikker vand fra floden.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
cms/verbs-webp/73488967.webp
undersøge
Blodprøver undersøges i dette laboratorium.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/105934977.webp
generere
Vi genererer elektricitet med vind og sollys.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/57574620.webp
levere
Vores datter leverer aviser i ferien.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/68561700.webp
efterlade åben
Den, der efterlader vinduerne åbne, inviterer tyveknægte!
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!