Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/122638846.webp
gøre målløs
Overraskelsen gør hende målløs.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
cms/verbs-webp/96531863.webp
gå igennem
Kan katten gå igennem dette hul?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/59552358.webp
administrere
Hvem administrerer pengene i din familie?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/34725682.webp
foreslå
Kvinden foreslår noget til sin veninde.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/51465029.webp
gå langsomt
Uret går et par minutter langsomt.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/102114991.webp
klippe
Frisøren klipper hendes hår.
knippen
De kapper knipt haar haar.
cms/verbs-webp/110646130.webp
dække
Hun har dækket brødet med ost.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/43100258.webp
møde
Nogle gange mødes de i trappen.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/100466065.webp
udelade
Du kan udelade sukkeret i teen.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/47225563.webp
tænke med
Man skal tænke med i kortspil.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/119895004.webp
skrive
Han skriver et brev.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/130814457.webp
tilføje
Hun tilføjer noget mælk til kaffen.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.