Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/90321809.webp
aufwenden
Wir müssen viel Geld für die Reparatur aufwenden.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/86583061.webp
bezahlen
Sie bezahlte per Kreditkarte.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/111063120.webp
sich kennenlernen
Fremde Hunde wollen sich kennenlernen.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protestieren
Die Menschen protestieren gegen Ungerechtigkeit.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/47241989.webp
nachschlagen
Was man nicht weiß, muss man nachschlagen.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/94482705.webp
übersetzen
Er kann zwischen sechs Sprachen übersetzen.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/91997551.webp
begreifen
Man kann nicht alles über Computer begreifen.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/119417660.webp
glauben
Viele Menschen glauben an Gott.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/127720613.webp
vermissen
Er vermisst seine Freundin sehr.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/93393807.webp
geschehen
Im Traum geschehen komische Dinge.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignorieren
Das Kind ignoriert die Worte seiner Mutter.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/99207030.webp
eintreffen
Das Flugzeug ist pünktlich eingetroffen.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.