Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/120509602.webp
forgive
She can never forgive him for that!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
cms/verbs-webp/122224023.webp
set back
Soon we’ll have to set the clock back again.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
cms/verbs-webp/127720613.webp
miss
He misses his girlfriend a lot.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/90554206.webp
report
She reports the scandal to her friend.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/125400489.webp
leave
Tourists leave the beach at noon.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
cms/verbs-webp/118567408.webp
think
Who do you think is stronger?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/87317037.webp
play
The child prefers to play alone.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
cms/verbs-webp/84847414.webp
take care
Our son takes very good care of his new car.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/107407348.webp
travel around
I’ve traveled a lot around the world.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
cms/verbs-webp/97593982.webp
prepare
A delicious breakfast is prepared!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/30793025.webp
show off
He likes to show off his money.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/68212972.webp
speak up
Whoever knows something may speak up in class.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.