Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/111615154.webp
drive back
The mother drives the daughter back home.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/104820474.webp
sound
Her voice sounds fantastic.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/102136622.webp
pull
He pulls the sled.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/88597759.webp
press
He presses the button.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/99392849.webp
remove
How can one remove a red wine stain?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/118765727.webp
burden
Office work burdens her a lot.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
cms/verbs-webp/100565199.webp
have breakfast
We prefer to have breakfast in bed.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/90773403.webp
follow
My dog follows me when I jog.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
cms/verbs-webp/109766229.webp
feel
He often feels alone.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/79404404.webp
need
I’m thirsty, I need water!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
cms/verbs-webp/81025050.webp
fight
The athletes fight against each other.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/68841225.webp
understand
I can’t understand you!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!