Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/82669892.webp
go
Where are you both going?
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
cms/verbs-webp/60625811.webp
destroy
The files will be completely destroyed.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/120254624.webp
lead
He enjoys leading a team.
leiden
Hij leidt graag een team.
cms/verbs-webp/11497224.webp
answer
The student answers the question.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
cms/verbs-webp/67624732.webp
fear
We fear that the person is seriously injured.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
cms/verbs-webp/106622465.webp
sit down
She sits by the sea at sunset.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
cms/verbs-webp/75508285.webp
look forward
Children always look forward to snow.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/108556805.webp
look down
I could look down on the beach from the window.
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
cms/verbs-webp/115113805.webp
chat
They chat with each other.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/49585460.webp
end up
How did we end up in this situation?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/131098316.webp
marry
Minors are not allowed to be married.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/33564476.webp
bring by
The pizza delivery guy brings the pizza by.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.