Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/77646042.webp
burn
You shouldn’t burn money.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignore
The child ignores his mother’s words.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/57481685.webp
repeat a year
The student has repeated a year.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/120900153.webp
go out
The kids finally want to go outside.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/47225563.webp
think along
You have to think along in card games.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/100011426.webp
influence
Don’t let yourself be influenced by others!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/118868318.webp
like
She likes chocolate more than vegetables.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/51465029.webp
run slow
The clock is running a few minutes slow.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/98082968.webp
listen
He is listening to her.
luisteren
Hij luistert naar haar.
cms/verbs-webp/68212972.webp
speak up
Whoever knows something may speak up in class.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/115113805.webp
chat
They chat with each other.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/70055731.webp
depart
The train departs.
vertrekken
De trein vertrekt.