Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/119895004.webp
write
He is writing a letter.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/102169451.webp
handle
One has to handle problems.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/32312845.webp
exclude
The group excludes him.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/120655636.webp
update
Nowadays, you have to constantly update your knowledge.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/62069581.webp
send
I am sending you a letter.
sturen
Ik stuur je een brief.
cms/verbs-webp/104825562.webp
set
You have to set the clock.
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/123380041.webp
happen to
Did something happen to him in the work accident?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/93031355.webp
dare
I don’t dare to jump into the water.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
cms/verbs-webp/91147324.webp
reward
He was rewarded with a medal.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/12991232.webp
thank
I thank you very much for it!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/124740761.webp
stop
The woman stops a car.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/71612101.webp
enter
The subway has just entered the station.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.