Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/33564476.webp
bring by
The pizza delivery guy brings the pizza by.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
cms/verbs-webp/106665920.webp
feel
The mother feels a lot of love for her child.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/123519156.webp
spend
She spends all her free time outside.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
cms/verbs-webp/119335162.webp
move
It’s healthy to move a lot.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
cms/verbs-webp/81885081.webp
burn
He burned a match.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/83661912.webp
prepare
They prepare a delicious meal.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/116877927.webp
set up
My daughter wants to set up her apartment.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/124575915.webp
improve
She wants to improve her figure.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/65915168.webp
rustle
The leaves rustle under my feet.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
cms/verbs-webp/102823465.webp
show
I can show a visa in my passport.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/99455547.webp
accept
Some people don’t want to accept the truth.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/80427816.webp
correct
The teacher corrects the students’ essays.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.