Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/120200094.webp
mix
You can mix a healthy salad with vegetables.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/12991232.webp
thank
I thank you very much for it!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/81236678.webp
miss
She missed an important appointment.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/79317407.webp
command
He commands his dog.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/79201834.webp
connect
This bridge connects two neighborhoods.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/43100258.webp
meet
Sometimes they meet in the staircase.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/108218979.webp
must
He must get off here.
moeten
Hij moet hier uitstappen.
cms/verbs-webp/122707548.webp
stand
The mountain climber is standing on the peak.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/56994174.webp
come out
What comes out of the egg?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
cms/verbs-webp/127554899.webp
prefer
Our daughter doesn’t read books; she prefers her phone.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/92266224.webp
turn off
She turns off the electricity.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
cms/verbs-webp/105681554.webp
cause
Sugar causes many diseases.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.