Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/98060831.webp
publish
The publisher puts out these magazines.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/110775013.webp
write down
She wants to write down her business idea.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/67035590.webp
jump
He jumped into the water.
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/118343897.webp
work together
We work together as a team.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eat
The chickens are eating the grains.
eten
De kippen eten de granen.
cms/verbs-webp/94555716.webp
become
They have become a good team.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
cms/verbs-webp/119235815.webp
love
She really loves her horse.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/93393807.webp
happen
Strange things happen in dreams.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
cms/verbs-webp/97119641.webp
paint
The car is being painted blue.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/41918279.webp
run away
Our son wanted to run away from home.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/106851532.webp
look at each other
They looked at each other for a long time.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/123519156.webp
spend
She spends all her free time outside.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.