Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/68212972.webp
speak up
Whoever knows something may speak up in class.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/101158501.webp
thank
He thanked her with flowers.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/95056918.webp
lead
He leads the girl by the hand.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.
cms/verbs-webp/100965244.webp
look down
She looks down into the valley.
naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
cms/verbs-webp/122470941.webp
send
I sent you a message.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
cms/verbs-webp/109657074.webp
drive away
One swan drives away another.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/34567067.webp
search for
The police are searching for the perpetrator.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/104820474.webp
sound
Her voice sounds fantastic.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/72855015.webp
receive
She received a very nice gift.
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
cms/verbs-webp/110646130.webp
cover
She has covered the bread with cheese.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/103163608.webp
count
She counts the coins.
tellen
Ze telt de munten.
cms/verbs-webp/104759694.webp
hope
Many hope for a better future in Europe.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.