Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)

feed
The kids are feeding the horse.
voeden
De kinderen voeden het paard.

destroy
The files will be completely destroyed.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

offer
She offered to water the flowers.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.

form
We form a good team together.
vormen
We vormen samen een goed team.

respond
She responded with a question.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.

endorse
We gladly endorse your idea.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.

change
A lot has changed due to climate change.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

deliver
The delivery person is bringing the food.
brengen
De bezorger brengt het eten.

get a turn
Please wait, you’ll get your turn soon!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

run
The athlete runs.
rennen
De atleet rent.

sit down
She sits by the sea at sunset.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
