Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/102447745.webp
cancel
He unfortunately canceled the meeting.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/93221279.webp
burn
A fire is burning in the fireplace.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/125376841.webp
look at
On vacation, I looked at many sights.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/119188213.webp
vote
The voters are voting on their future today.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
cms/verbs-webp/123844560.webp
protect
A helmet is supposed to protect against accidents.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/86064675.webp
push
The car stopped and had to be pushed.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/66441956.webp
write down
You have to write down the password!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/115224969.webp
forgive
I forgive him his debts.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
cms/verbs-webp/101890902.webp
produce
We produce our own honey.
produceren
We produceren onze eigen honing.
cms/verbs-webp/90643537.webp
sing
The children sing a song.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/79201834.webp
connect
This bridge connects two neighborhoods.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/81986237.webp
mix
She mixes a fruit juice.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.