Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/106279322.webp
travel
We like to travel through Europe.
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignore
The child ignores his mother’s words.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/108580022.webp
return
The father has returned from the war.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
cms/verbs-webp/116166076.webp
pay
She pays online with a credit card.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/121102980.webp
ride along
May I ride along with you?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
cms/verbs-webp/118343897.webp
work together
We work together as a team.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/96710497.webp
surpass
Whales surpass all animals in weight.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/1502512.webp
read
I can’t read without glasses.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/81236678.webp
miss
She missed an important appointment.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/75508285.webp
look forward
Children always look forward to snow.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stop
You must stop at the red light.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/55119061.webp
start running
The athlete is about to start running.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.