Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/23468401.webp
engaĝiĝi
Ili sekrete engaĝiĝis!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
cms/verbs-webp/92145325.webp
rigardi
Ŝi rigardas tra truo.
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/122010524.webp
entrepreni
Mi entreprenis multajn vojaĝojn.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/118759500.webp
rikolti
Ni rikoltis multe da vino.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/131098316.webp
edziniĝi
Malplenaĝuloj ne rajtas edziniĝi.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/90821181.webp
venki
Li venkis sian kontraŭulon en teniso.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
cms/verbs-webp/40326232.webp
kompreni
Fine mi komprenis la taskon!
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
cms/verbs-webp/77883934.webp
sufiĉi
Tio sufiĉas, vi ĝenas!
genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
cms/verbs-webp/66787660.webp
pentri
Mi volas pentri mian apartamenton.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/114379513.webp
kovri
La akvolilioj kovras la akvon.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/114091499.webp
dresi
La hundo estas dresita de ŝi.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/6307854.webp
veni
Ŝanco venas al vi.
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.