Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/57248153.webp
menci
La ĉefo menciis, ke li forigos lin.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
cms/verbs-webp/103719050.webp
evoluigi
Ili evoluigas novan strategion.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/120193381.webp
edziniĝi
La paro ĵus edziniĝis.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/101742573.webp
pentri
Ŝi pentris siajn manojn.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/68761504.webp
kontroli
La dentisto kontrolas la pacientan dentaron.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/99169546.webp
rigardi
Ĉiuj rigardas siajn poŝtelefonojn.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
cms/verbs-webp/116835795.webp
alveni
Multaj homoj alvenas per aŭtokampoveturilo por ferii.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/91906251.webp
voki
La knabo vokas tiel laŭte kiel li povas.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/54608740.webp
eltiri
Malbonherboj bezonas esti eltiritaj.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
cms/verbs-webp/61245658.webp
elsalti
La fiŝo elsaltas el la akvo.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/102169451.webp
trakti
Oni devas trakti problemojn.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/123492574.webp
trejni
Profesiaj atletoj devas trejni ĉiutage.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.