Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/87153988.webp
antaŭenigi
Ni bezonas antaŭenigi alternativojn al aŭtomobila trafiko.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/3819016.webp
maltrafi
Li maltrafis la ŝancon por golo.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
cms/verbs-webp/23257104.webp
puŝi
Ili puŝas la viron en la akvon.
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/97119641.webp
pentri
La aŭto estas pentrita blua.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/124046652.webp
veni
Sano ĉiam venas unue!
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!
cms/verbs-webp/44127338.webp
rezigni
Li rezignis pri sia laboro.
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/119913596.webp
doni
La patro volas doni al sia filo iom da ekstra mono.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
cms/verbs-webp/115153768.webp
klare vidi
Mi povas klare vidi ĉion tra miaj novaj okulvitroj.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/22225381.webp
foriri
La ŝipo foriras el la haveno.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgi
Nia filo bone zorgas pri sia nova aŭto.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/55128549.webp
ĵeti
Li ĵetas la pilkon en la korbon.
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
cms/verbs-webp/32180347.webp
disigi
Nia filo ĉion disigas!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!