Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/116835795.webp
alveni
Multaj homoj alvenas per aŭtokampoveturilo por ferii.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/77572541.webp
forigi
La metiisto forigis la malnovajn kahelojn.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/80332176.webp
substreki
Li substrekis sian aserton.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parki
La aŭtoj estas parkitaj en la subtera parkejo.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/118567408.webp
pensi
Kiun vi pensas estas pli forta?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/85191995.webp
interkonsentiĝi
Finu vian batalon kaj fine interkonsentiĝu!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/120015763.webp
voli eliri
La infano volas eliri.
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
cms/verbs-webp/22225381.webp
foriri
La ŝipo foriras el la haveno.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
cms/verbs-webp/102169451.webp
trakti
Oni devas trakti problemojn.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/96061755.webp
servi
La ĉefkuiristo hodiaŭ mem servas al ni.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/83548990.webp
reveni
La bumerango revenis.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
cms/verbs-webp/95938550.webp
kunporti
Ni kunportis Kristnaskan arbon.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.