Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/84506870.webp
ebriiĝi
Li ebriiĝas preskaŭ ĉiuvespere.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/116610655.webp
konstrui
Kiam la Granda Muro de Ĉinio estis konstruita?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/103719050.webp
evoluigi
Ili evoluigas novan strategion.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/105785525.webp
minaci
Katastrofo minacas.
op handen zijn
Een ramp is op handen.
cms/verbs-webp/91696604.webp
permesi
Oni ne devus permesi depresion.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
cms/verbs-webp/125385560.webp
lavi
La patrino lavas sian infanon.
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/85860114.webp
pluiri
Vi ne povas pluiri je tiu punkto.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/90539620.webp
pasi
La tempo foje pasas malrapide.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/30793025.webp
montriĝi
Li ŝatas montriĝi per sia mono.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/104135921.webp
eniri
Li eniras la hotelĉambron.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
cms/verbs-webp/93221279.webp
bruli
Fajro brulas en la kameno.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/119895004.webp
skribi
Li skribas leteron.
schrijven
Hij schrijft een brief.