Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/46385710.webp
akcepti
Kreditkartoj estas akceptataj ĉi tie.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/119302514.webp
voki
La knabino vokas sian amikon.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
cms/verbs-webp/92145325.webp
rigardi
Ŝi rigardas tra truo.
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/107299405.webp
demandi
Li demandas ŝin pri pardonado.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
cms/verbs-webp/74693823.webp
bezoni
Vi bezonas levilon por ŝanĝi pneŭon.
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
cms/verbs-webp/114091499.webp
dresi
La hundo estas dresita de ŝi.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/86583061.webp
pagi
Ŝi pagis per kreditkarto.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/74916079.webp
alveni
Li alvenis ĝustatempe.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
cms/verbs-webp/47225563.webp
kunpensi
Vi devas kunpensi en kartludoj.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/49585460.webp
finiĝi
Kiel ni finiĝis en tiu situacio?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/105504873.webp
voli foriri
Ŝi volas foriri el sia hotelo.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
cms/verbs-webp/115520617.webp
surveturi
Biciklanto estis surveturita de aŭto.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.