Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/124740761.webp
haltigi
La virino haltigas aŭton.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/117658590.webp
ekstingiĝi
Multaj bestoj ekstingiĝis hodiaŭ.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/99602458.webp
limigi
Ĉu oni devus limigi komercon?
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/122479015.webp
detranchi
La ŝtofo estas detranchita laŭ mezuro.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
cms/verbs-webp/120515454.webp
nutri
La infanoj nutras la ĉevalon.
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/132305688.webp
malŝpari
Energio ne devus esti malŝparita.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
cms/verbs-webp/132125626.webp
konvinki
Ŝi ofte devas konvinki sian filinon manĝi.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/124575915.webp
plibonigi
Ŝi volas plibonigi sian figuron.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/119404727.webp
fari
Vi devis fari tion antaŭ horo!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/100466065.webp
preterlasi
Vi povas preterlasi la sukeron en la teo.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/84472893.webp
rajdi
Infanoj ŝatas rajdi biciklojn aŭ trotineton.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/118011740.webp
konstrui
La infanoj konstruas altan turon.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.