Woordenlijst

Leer werkwoorden – Spaans

cms/verbs-webp/113248427.webp
ganar
Él intenta ganar en ajedrez.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/73751556.webp
rezar
Él reza en silencio.
bidden
Hij bidt in stilte.
cms/verbs-webp/128782889.webp
asombrarse
Ella se asombró cuando recibió la noticia.
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
cms/verbs-webp/38296612.webp
existir
Los dinosaurios ya no existen hoy en día.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
cms/verbs-webp/84850955.webp
cambiar
Mucho ha cambiado debido al cambio climático.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/83661912.webp
preparar
Ellos preparan una comida deliciosa.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/105224098.webp
confirmar
Pudo confirmarle las buenas noticias a su marido.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/19584241.webp
disponer
Los niños solo disponen de dinero de bolsillo.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
cms/verbs-webp/92612369.webp
aparcar
Las bicicletas están aparcadas frente a la casa.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
cms/verbs-webp/102447745.webp
cancelar
Desafortunadamente, canceló la reunión.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/90554206.webp
informar
Ella informa el escándalo a su amiga.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/73488967.webp
examinar
En este laboratorio se examinan muestras de sangre.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.