Woordenlijst

решать

Она не может решить, в каких туфлях идти.

reshat‘

Ona ne mozhet reshit‘, v kakikh tuflyakh idti.

beslissen

Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.

ждать

Нам еще придется ждать месяц.

zhdat‘

Nam yeshche pridetsya zhdat‘ mesyats.

wachten

We moeten nog een maand wachten.

выходить

Что выходит из яйца?

vykhodit‘

Chto vykhodit iz yaytsa?

uitkomen

Wat komt er uit het ei?

застревать

Я застрял и не могу найти выход.

zastrevat‘

YA zastryal i ne mogu nayti vykhod.

vastzitten

Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.

начинать

С браком начинается новая жизнь.

nachinat‘

S brakom nachinayetsya novaya zhizn‘.

beginnen

Een nieuw leven begint met een huwelijk.

звонить

Вы слышите, как звонит колокольчик?

zvonit‘

Vy slyshite, kak zvonit kolokol‘chik?

rinkelen

Hoor je de bel rinkelen?

помолвиться

Они тайно помолвились!

pomolvit‘sya

Oni tayno pomolvilis‘!

verloven

Ze hebben stiekem verloofd!

подчеркивать

Он подчеркнул свое утверждение.

podcherkivat‘

On podcherknul svoye utverzhdeniye.

onderstrepen

Hij onderstreepte zijn uitspraak.

заразиться

Она заразилась вирусом.

zarazit‘sya

Ona zarazilas‘ virusom.

besmet raken

Ze raakte besmet met een virus.

находиться

Жемчужина находится внутри ракушки.

nakhodit‘sya

Zhemchuzhina nakhoditsya vnutri rakushki.

zich bevinden

Er bevindt zich een parel in de schelp.

собирать

Языковой курс объединяет студентов со всего мира.

sobirat‘

YAzykovoy kurs ob“yedinyayet studentov so vsego mira.

samenbrengen

De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.

ездить

Машины ездят по кругу.

yezdit‘

Mashiny yezdyat po krugu.

rondrijden

De auto’s rijden in een cirkel rond.