Woordenlijst
Adygees – Werkwoorden oefenen

schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!

doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!

bedekken
De waterlelies bedekken het water.

naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.

eten
De kippen eten de granen.

achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.

vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
