Woordenlijst
Afrikaans – Werkwoorden oefenen

aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.

verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

bereiden
Ze bereidt een taart.

schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.

geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.

annuleren
De vlucht is geannuleerd.

achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
