Woordenlijst

Afrikaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/92384853.webp
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
cms/verbs-webp/118567408.webp
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/67624732.webp
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
cms/verbs-webp/90309445.webp
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/58292283.webp
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/102049516.webp
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/77646042.webp
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/120515454.webp
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/101158501.webp
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/108286904.webp
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
cms/verbs-webp/118026524.webp
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.