Woordenlijst
Afrikaans – Werkwoorden oefenen

gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.

oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

weigeren
Het kind weigert zijn eten.

opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.

testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
