Woordenlijst
Amharisch – Werkwoorden oefenen

naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.

weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

luisteren
Hij luistert naar haar.

verbranden
Je moet geen geld verbranden.

schilderen
Hij schildert de muur wit.

uitgaan
Ze stapt uit de auto.

leiden
Hij leidt graag een team.

leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.

opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
