Woordenlijst
Amharisch – Werkwoorden oefenen

verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.

beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.

doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.

sluiten
Ze sluit de gordijnen.

liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.

moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!

vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.

verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
