Woordenlijst
Amharisch – Werkwoorden oefenen

achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.

binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.

zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.

studeren
De meisjes studeren graag samen.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.

terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.

annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

serveren
De ober serveert het eten.

stoppen
Hij stopte met zijn baan.
