Woordenlijst
Arabisch – Werkwoorden oefenen

onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.

mengen
De schilder mengt de kleuren.

genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

wandelen
De groep wandelde over een brug.

opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.

wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.

uitgaan
Ze stapt uit de auto.

voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
