Woordenlijst
Arabisch – Werkwoorden oefenen

weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.

voeden
De kinderen voeden het paard.

noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.

drinken
De koeien drinken water uit de rivier.

gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.

bedekken
Het kind bedekt zichzelf.

importeren
We importeren fruit uit veel landen.

gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
