Woordenlijst
Bulgaars – Werkwoorden oefenen

wassen
De moeder wast haar kind.

verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.

aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.

uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.

verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!

trekken
Hij trekt de slee.

vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.

doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!

doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
