Woordenlijst
Bengaals – Werkwoorden oefenen

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.

springen
Hij sprong in het water.

sturen
Ik stuur je een brief.

terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.

uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

sterven
Veel mensen sterven in films.

elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.

opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.

roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.

vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
