Woordenlijst
Bengaals – Werkwoorden oefenen

binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.

recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.

aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.

denken
Je moet veel denken bij schaken.

verbranden
Je moet geen geld verbranden.

becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.

bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.

bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

bedekken
Ze bedekt haar gezicht.

afwassen
Ik hou niet van afwassen.

draaien
Je mag naar links draaien.
