Woordenlijst
Bengaals – Werkwoorden oefenen

leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.

ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.

beschermen
De moeder beschermt haar kind.

gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.

wakker worden
Hij is net wakker geworden.

geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.

roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

betalen
Ze betaalt online met een creditcard.

sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

schrijven
Hij schrijft een brief.

verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
