Woordenlijst

Bengaals – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/40129244.webp
uitgaan
Ze stapt uit de auto.
cms/verbs-webp/82604141.webp
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
cms/verbs-webp/86996301.webp
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/102397678.webp
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/83776307.webp
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/86710576.webp
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
cms/verbs-webp/84943303.webp
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.
cms/verbs-webp/106203954.webp
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/106608640.webp
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/110233879.webp
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.
cms/verbs-webp/21529020.webp
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/47062117.webp
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.