Woordenlijst
Bengaals – Werkwoorden oefenen

betalen
Ze betaalt online met een creditcard.

rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.

afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

op handen zijn
Een ramp is op handen.

inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.

opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

vervangen
De automonteur vervangt de banden.

vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

verkennen
Mensen willen Mars verkennen.

opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
