Woordenlijst
Bosnisch – Werkwoorden oefenen

voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.

verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.

negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.

toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.

moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.

brengen
De koerier brengt een pakketje.

bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.

beginnen
School begint net voor de kinderen.

uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
