Woordenlijst
Bosnisch – Werkwoorden oefenen

zingen
De kinderen zingen een lied.

een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.

hangen
De hangmat hangt aan het plafond.

testen
De auto wordt in de werkplaats getest.

huilen
Het kind huilt in het bad.

trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!

vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.

langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
