Woordenlijst

Bosnisch – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/108014576.webp
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/118861770.webp
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
cms/verbs-webp/100585293.webp
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/17624512.webp
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/44518719.webp
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/102169451.webp
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/118549726.webp
controleren
De tandarts controleert de tanden.