Woordenlijst
Catalaans – Werkwoorden oefenen

overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.

omgaan
Men moet met problemen omgaan.

doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.

worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.

naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.

terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.

durven
Ik durf niet in het water te springen.

vertellen
Ze vertelde me een geheim.

bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
