Woordenlijst
Catalaans – Werkwoorden oefenen

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

kussen
Hij kust de baby.

stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!

wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.

wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.

veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.

bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.

sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
