Woordenlijst
Deens – Werkwoorden oefenen

begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.

mengen
De schilder mengt de kleuren.

ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

proeven
De chef-kok proeft de soep.

willen
Hij wil te veel!

stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.

aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.

ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.

verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
