Woordenlijst
Deens – Werkwoorden oefenen

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.

doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

bedekken
Het kind bedekt zichzelf.

ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.

instellen
Je moet de klok instellen.

mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.

vertellen
Ze vertelt haar een geheim.

tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!

verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
