Woordenlijst

Duits – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/89636007.webp
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/51119750.webp
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
cms/verbs-webp/119417660.webp
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/87317037.webp
spelen
Het kind speelt liever alleen.
cms/verbs-webp/98060831.webp
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/9435922.webp
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/122707548.webp
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/853759.webp
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/116610655.webp
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/120193381.webp
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/110233879.webp
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.