Woordenlijst

Grieks – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/82378537.webp
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/102823465.webp
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/43956783.webp
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/117953809.webp
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/102677982.webp
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
cms/verbs-webp/113316795.webp
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/83636642.webp
slaan
Ze slaat de bal over het net.
cms/verbs-webp/75195383.webp
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/106088706.webp
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/108350963.webp
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/114052356.webp
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.