Woordenlijst
Engels (US) – Werkwoorden oefenen

bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.

genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.

begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.

drinken
De koeien drinken water uit de rivier.

accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!

accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

versturen
Ze wil de brief nu versturen.

bedekken
Ze bedekt haar haar.

beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
