Woordenlijst
Engels (US) – Werkwoorden oefenen

binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.

binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.

uitsluiten
De groep sluit hem uit.

veranderen
Het licht veranderde in groen.

zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.

uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.

ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.

rinkelen
De bel rinkelt elke dag.

houden
Je mag het geld houden.

zwemmen
Ze zwemt regelmatig.

sterven
Veel mensen sterven in films.
